Bij het Openbaar Ministerie zijn sinds maart 337 coronagerelateerde misdrijfzaken binnengekomen. In de meeste gevallen waren politieagenten het slachtoffer (102), in 65 gevallen betrof het bijvoorbeeld BOA’s of medewerkers van een ziekenhuis, in 11 gevallen medewerkers in het openbaar vervoer.

Dat blijkt maandag uit cijfers van het Openbaar Ministerie. In de meeste gevallen betrof het bedreiging (186 gevallen), maar in 47 gevallen ging het om puur geweld. 

Het OM heeft in 253 misdrijfzaken de verdachte gedagvaard, 14 personen kregen een OM-strafbeschikking zoals een boete of taakstraf. Opvallend laag is het aantal keren dat verzet is ingesteld tegen een strafbeschikking, 3. In alle gevallen moe(s)ten die verdachten voor de rechter verschijnen. Uit de cijfers blijkt dat 39 zaken zijn geseponeerd wegens gebrek aan bewijs, in 30 gevallen moet daarover nog een besluit worden genomen.

Behalve deze misdrijfzaken zijn er ook de overtredingen van de regionale noodverordeningen, opgemaakt door politieagenten of BOA’s. Dat waren er op 13 september circa 23.300. Het OM beoordeelt de processen-verbaal voordat er een strafbeschikking (geldboete) wordt opgelegd, nog niet alle verbalen zijn al beoordeeld.

In zo'n 44 procent van de gevallen is het ingestuurde proces-verbaal teruggestuurd naar de verbalisant, met het verzoek voor aanvullingen. Die verbalen kunnen dan alsnog worden ingediend bij het OM. Volgens het OM is er tot nu toe 6872 keer verzet ingesteld tegen een strafbeschikking op grond van de noodverordening, deze week buigt de rechtbank Utrecht zich over de eerste van die zaken. 

Bij jongeren die zich na waarschuwen niet aan de noodverordening houden, wordt waar mogelijk gekozen voor een HALT-afdoening in plaats van de boete van 95 euro. Tot op heden zijn er 875 jongeren doorverwezen naar HALT, aldus het OM.